,,Een heel arrestatieteam ’s morgens om elf uur. Maar ik was snel, hè. In één keer weg, met blote voeten over de trambaan. Heel Amsterdam keek mee, ha,ha. Vier agenten sprintte ik er zo uit. Als ik achterom keek, zag ik ze steeds kleiner worden. Tek-tek-tek-tek, schijnbewegingen, als een komeet ging ik. Alsof ik weer op Highbury liep met een een paar verdedigers achter me aan. Vier man van het eerste arrestatieteam was ik zo kwijt, maar uit de tweede auto kwam een neger. Die bleef maar op mijn hielen zitten. Ik hoorde hem hijgen. ‘Halt, halt, blijf staan, politie’, hoorde ik acher me. Die gozer was net zo fit als ik. Respect. Ik gaf me over en hij heeft me netjes behandeld. ‘Doe even je handen op je rug, Glenn’, zei hij.’’