Tsja, waar te beginnen....
Aangezien de bougie gewoon goed vonkt en er geen ontbranding/ontsteking ontstaat, doet vermoeden dat het aan het brandstofcircuit kan liggen.
Brandstofcircuit:
De brandstof wordt bij een DITECH via een brandstofpomp aangevoerd. Van de tank gaat het naar de brandstofpomp.
Deze elektrische pomp levert druk tussen de 4 en 8 bar afhankelijk van de bedrijfstoestand. De pomp vraagt weinig elektrische energie in
vergelijking met andere pompen (<0,5A). De pomp stuurt de brandstof door naar de brandstofrail.
De eerste trap van de rail is de brandstofinjector. Deze injector heeft net zoals een sproeier een doorlaatboring.
Deze boring wordt door de injectornaald afgedicht. De injectornaald zit aan het magneetanker vastgemaakt.
Het magneetanker zit tussen magneetspoelen.
Wanneer nu een spanningsimpuls naar de magneetspoelen wordt gestuurd, ontstaan magnetische velden.
Het magneetanker zal onder invloed van deze magnetische kracht een achterwaartse beweging maken.
Op deze manier wordt de injectornaald van zijn zitting getrokken en kan de brandstof onder een druk van 4 à 8 bar, afhankelijk van de situatie,
ingespoten worden in de tussenkamer. Valt de spanningsimpuls weg dan, dan valt de magnetische kracht weg.
De injectornaald wordt dan door een veer terug op zijn positie getrokken. De combinatie van een kleine boring en een hoge druk resulteert in fijne
verneveling van de brandstof. De vernevelde deeltjes hebben dan een diameter van 50
micron.
Nadat de druppeltjes de injector verlaten, komen ze in een kleine ruimte waarin er lucht met een druk van 5 bar toegevoegd wordt.
Deze gecomprimeerde lucht wordt bezorgd door een luchtcompressor. Deze luchtcompressor is van het zuigertype.
De luchtcompressor wordt mechanisch aangedreven door de krukaswang door middel van een excentriek en bevindt zich
boven het carter. Door gecomprimeerde lucht toe te voegen worden de deeltjes reeds met 3 % beter verneveld in deze ruimte.
De air-injector is het belangrijkste onderdeel van het DITECH-systeem. Deze injector zal de druk die gemaakt werd door de luchtcompressor (5 bar) gebruiken om vernevelde brandstof deeltjes uiteindelijk van de kleine ruimte naar de verbrandingskamer te injecteren.
Deze injector werkt op hetzelfde elektromagnetisch principe als de brandstofinjector.
Wanneer de directe injector wordt aangestuurd, zullen de deeltjes een nog kleinere diameter aannemen, namelijk 8 micron.
Deze injector zorgt er eigenlijk voor dat een heel fijn mengsel de verbrandingskamer binnen gaat.
Hoe fijner de deeltjes en hoe evenwichtiger de druk verdeeld is, des te beter het rendement zal zijn.
De deeltjes moeten immers in minder dan één milliseconde verdampen. Zo ontstaat ook een beter gecontroleerde spray.
Op die manier zal er altijd een vollediger verbranding zijn van het mengsel.
Een vollediger verbranding zorgt uiteraard voor een minder verbruik en een schonere uitstoot.
Vanaf het moment dat de zuiger omhoog beweegt en zowel de inlaatpoort als de uitlaatpoort afgesloten zijn, dan pas zal er ingespoten worden.
Er gaat dus m.a.w. geen verse onverbrande brandstof door de uitlaatpoort meer verloren.
Dit heeft als gevolg dat de uitstoot minder schadelijk is en dat het verbruik opmerkelijk daalt.
Het laatste onderdeel in dit circuit is de drukregelaar. De regelaar is van het membraantype en zorgt ervoor dat de druk rond de brandstofinjector constant blijft. Deze kan enkel werken als er een verschil is van druk tussen de aangevoerde brandstof en de gecomprimeerde lucht in de kleine ruimte. De drukregelaar draagt dus bij tot de precieze openingstijden van de injectornaald die de juiste hoeveelheid
brandstof moet doorlaten tot in de kleine ruimte.
Het bovenstaande heeft dus enkel betrekking op het brandstofgebeuren!
Kan dus zijn dat de injector-(en) gewoonweg vuil zijn. Of erger, gewoonweg stuk!
Ook is een goede, en juiste accu van belang in deze, veel onderdelen (actuatoren) zijn afhankelijk van een gezond portie power van de accu.
Uiteraard ook de ECU.
Al de betreffende onderdelen welke spanning nodig hebben, werken met 5V gelijkspanning.
Heb je geen (fout-) meldingen op het dashboard v.w.b. elektronische storingen die zijn ontstaan?
Je kunt het e.e.a. namelijk middels het zelf diagnose systeem checken op een goede werking van d.i.v. actuatoren en sensors.