Zoals bij elk ras bestaan er ook bij de Bull Terrier enkele erfelijk bepaalde ziekten. De meest bekende is de doofheid. Bull Terriers kunnen een- of tweezijdig doof zijn. Hoewel, zowel de eenzijdige als de tweezijdige doofheid als doof beschouwd wordt, is er een fundamenteel verschil. Tweezijdig dove honden. missen een belangrijk zintuig en kunnen een gevaar betekenen voor zichzelf en hun omgeving. In de vereniging is een erecode dat een fokker geen tweezijdig dove pups verkoopt of weggeeft, maar deze laat inslapen. Dit meestal op een leeftijd van 6 tot 8 weken. Anders ligt het bij de eenzijdig dove Bull Terriers. Deze kunnen zonder problemen goed functioneren en een hoge ouderdom bereiken, maar het is niet verstandig met eenzijdig dove honden te fokken. Niet alleen de rasvereniging, maar ook de genetici raden dit ten sterkste af. Er bestaat zelfs de mogelijkheid dat er binnen afzienbare tijd, net zoals in Duitsland, niet meer met eenzijdig- en tweezijdig dove honden gefokt mag worden. Een regel die van bovenaf opgelegd zou kunnen worden.
Aangeboren doofheid komt hoofdzakelijk bij de witte Bull Terrier voor, bij gekleurde Bull Terriers heel weinig. Dit betekent niet dat alle witte Bull Terriers per definitie doof zijn. Herkent men in een nest de tweezijde dove hond (de stokdove) al op 4-6 weken, bij de eenzijdig dove ligt dit moeilijker en vaak constateert men dit gebrek pas op latere leeftijd of nooit. Het is daarom aan te raden de pup te laten testen op doofheid, hetgeen geen kostbare zaak is en voor een pup pijnloos.