Op de foto zitten de meetdraden al goed aangesloten dus daar hoef je niks aan te doen.
Het weerstandsbereik wordt aangegeven met dat gele lijntje langs die 5 puntjes van je meetbereikschakelaar.
De keuzeschakelaar zet je op het puntje met bijschrift "200" aan het gele lijntje.
Doe dan als volgt, je houdt beide meetpennen heel goed tegen elkaar, dit is je basisweerstand van de meter en meetdraden, noteer het getal wat je ziet.
Doe verder als volgt:
- Zet de scooter NIET op contact.
- Prik de zwarte meetpen op de min-pool van je accu en doe dit bij alle onderstaande metingen
- Prik met de rode meetpen op een blank deel van je motorblok, de weerstand die je afleest op je meter verminder je met de eerder gemeten en genoteerde basisweerstand. Het berekende getal moet nagenoeg 0 Ohm zijn maar zeer zeker niet hoger dan 0,3 Ohm.
- Prik vervolgens met de rode meetpen op een blank deel van je frame, de weerstand die je afleest op je meter verminder je met de eerder gemeten en genoteerde basisweerstand. Het berekende getal moet ook weer nagenoeg 0 Ohm zijn maar zeer zeker niet hoger dan 0,3 Ohm.
- Prik met de rode meetpen op de groene draad op de CDI-connector van je draadboom, de weerstand die je afleest op je meter verminder je met de eerder gemeten en genoteerde basisweerstand. Het berekende getal moet nagenoeg 0 Ohm zijn maar zeer zeker niet hoger dan 0,3 Ohm.
- Prik met de rode meetpen op de groene draad van je bobine, de weerstand die je afleest op je meter verminder je met de eerder gemeten en genoteerde basisweerstand. Het berekende getal moet nagenoeg 0 Ohm zijn maar zeer zeker niet hoger dan 0,3 Ohm.