Het beste kun je vanaf de connector richting schakelaar de Ohmse weerstand meten.
Ik voeg even het stukje schema bij van mijn post#10 waarop alleen de schakelaarcluster en de connector en draadkleuren te zien zijn.
Onder dit deel-schema beschrijf ik welke methode je toepast.
Componenten:
12 = dimlicht/grootlichtschakelaar.
18 = claxonschakelaar
20 = knipperlichtschakelaar
Zet je multimeter op het laagste Ohm-bereik met de zwarte meetdraad in de aansluitbus met de tekst Com en de rode meetdraad in de aansluitbus met het Ohmega teken.
Nu ga je de richtingaanwijzerschakelaar meten. (nr20)
Zet de richtingaanwijzerschakelaar in de linker stand.
Tussen de draden 7 en 8 moet je nu nagenoeg 0 Ohm meten.
Tussen draad 7 en de draden 1,2,3,5,6 en 9 mag je geen weerstand meten.
Bij de meeste multimeter staat dan OL of I of L in het display.
Zet de richtingaanwijzerschakelaar in de rechter stand.
Tussen de draden 8 en 9 moet je nu nagenoeg 0 Ohm meten.
Tussen draad 8 en de draden 1,2,3,5,6 en 7 mag je geen weerstand meten.
Nu ga je de claxonschakelaar meten. (nr18)
Druk de claxonschakelaar in.
Tussen de draden 5 en 6 moet je nu nagenoeg 0 Ohm meten.
Tussen de draad 5 en de draden 1,2,3,7,8 en 9 mag je geen weerstand meten.
Tussen de draad 6 en de draden 1,2,3,7,8 en 9 mag je geen weerstand meten.
Nu ga je de dimlicht/grootlichtschakelaar meten. (nr12)
Zet de dimlicht/grootlichtschakelaar in de grootlicht stand.
Tussen de draden 1 en 2 moet je nu nagenoeg 0 Ohm meten.
Tussen draad 1 en de draden 3,5,6,7,8 en 9 mag je geen weerstand meten.
Tussen draad 2 en de draden 3,5,6,7,8 en 9 mag je geen weerstand meten.
Zet de dimlicht/grootlichtschakelaar in de dimlicht stand.
Tussen de draden 2 en 3 moet je nu nagenoeg 0 Ohm meten.
Tussen draad 2 en de draden 1,5,6,7,8 en 9 mag je geen weerstand meten.
Tussen draad 3 en de draden 1,5,6,7,8 en 9 mag je geen weerstand meten.