Als je sproeier te groot is trekt hij onderin wel maar is het onmogelijk om volgas te geven.
De motor gaat dan ook 4 takten.
De motor wil niet mooi stationair draaien en valt vanaf volgas meteen terug in de toeren en slaat af.
Een te kleine sproeier geeft heel weinig kracht onderin.
Als je volgas geeft en gas los laat valt hij ook niet mooi terug stationair.
Hoe weet ik of mijn mengsel goed is?
Eerst rijdt je een stukje rond zodat hij even warm word, dan haal je je bougie uit je cilinderkop (verbrand je vingers niet want de bougie kan aardig warm zijn!!!) en kijk je naar de kleur van je bougie:
Bij een goed afgestelde carburateur ziet de bougie er koffiebruin uit.
Bij een te rijk mengsel ziet je bougie er zwart en smerig uit.
Bij een te arm mengsel ziet je bougie er wit uit.
De gasnaald zorgt ervoor dat je mengsel goed begeleid word.
En regelt hoever de sproeier open staat op verschillende standen van de gasschuif.
De naald zet je met afstellen op de middelste stand.
Eigenlijk is de naald een andere afstelling van je sproeier.
Zet ook je luchtschroef op 1.5 slag als je aan het afstellen bent.
Dit is dus allemaal de basis afstelling, en aan de hand hiervan ga je een goede, of in de goede richting, sproeier uitkiezen.
Daarna kun je altijd nog een beetje draaien aan je luchtschroef en je naald op een andere stand zetten, maar over het algemeen hoeft dit niet!